14 augustus 2020

Sekse- en genderverschillen in de gezondheidszorg

Interview met 'genderprofessor' Sabine Oertelt in UA4-2020:

“Zelfs mannelijke en vrouwelijke cellen kunnen verschillend reageren”

Iedereen die werkzaam is in de gezondheidszorg, is zo langzamerhand doordrongen van het feit dat hartklachten zich bij vrouwen anders kunnen uiten dan bij mannen. Maar niet alleen de vrouwen- en mannenharten zijn verschillend, ook op andere gebieden moet er in de geneeskunde onderscheid gemaakt worden tussen mannen en vrouwen.

“Het probleem is dat onderzoek in de geneeskunde jarenlang alleen op mannelijke lichamen was geconcentreerd, zelfs de proefdieren waren mannelijk. Dat betekent dat standaarddiagnoses, geneesmiddelen en therapieën bijna allemaal uitgaan van het mannelijk lichaam.” Sabine Oertelt-Prigione is hoogleraar Gender in Primary and Transmural Care - te vertalen als hoogleraar Gendersensitieve geneeskunde - aan het Radboudumc in Nijmegen. Die gendersensitieve geneeskunde startte zo’n twintig tot dertig jaar geleden, toen begon door te dringen dat de symptomen van hart- en vaatziekten bij mannen en vrouwen verschillen, waardoor vrouwen lange tijd op een flinke achterstand in diagnose en behandeling hadden gelegen.

Sekse en gender

Het onderzoek naar de rol van geslacht en gender is momenteel hot en happening binnen de geneeskunde. “Waar we ook kijken, we zien verschillen”, aldus Oertelt. Bijvoorbeeld ook bij disciplines die misschien niet zo voor de hand liggen, zoals de immunologie.” En dan gaat het niet alleen om de (biologische) sekseverschillen tussen man en vrouw, ook gender speelt een rol. “We onderzoeken zodoende twee niveaus. Bij het eerste niveau gaat het om de biologische verschillen tussen man en vrouw. En dat gaat ver, want zelfs mannelijke en vrouwelijke cellen kunnen verschillend reageren. Bij het tweede niveau, het genderniveau, gaat het om vragen rondom de genderidentiteit. Voelt de patiënt zich man of vrouw of ‘non-binair’? Is dat van invloed op de manier waarop hij of zij vertelt over de symptomen? En heeft de zorgverlener bepaalde verwachtingen bij deze patiënt? En ook: wat verwacht de maatschappij van een man of vrouw? En speelt dat een rol bij de toegang tot de zorg?”

Sekse en gender, hoe zit het ook alweer?
Sekse gaat om de biologische geslachtskenmerken: word je geboren als jongetje of als meisje?
Bij gender draait het om psychologische, sociale en culturele aspecten: voel je je man, vrouw of daartussenin en hoe kijken anderen tegen je aan?
Publicist Lisa Peters bedacht in 2016 het ezelsbruggetje: Sekse zit tussen je benen, gender tussen je oren.

Veel meer bijwerkingen

Een goed voorbeeld van de noodzaak van gendersensitief onderzoek is volgens Oertelt de kwestie bijwerkingen. “Uit Amerikaans onderzoek blijkt dat vrouwen een dubbel zo hoog risico lopen om last te hebben van bijwerkingen van medicatie. Je kunt dat niet voor alle afzonderlijke middelen stellen, maar statistisch is dat zo.” Dat heeft verschillende oorzaken. Op het eerste niveau spelen de biologische verschillen. “Vrouwen hebben een andere stofwisseling, waarbij hormonen, de vrouwelijke cyclus en bepaalde enzymen meespelen. Ook zijn vrouwen vaak kleiner en heeft het vrouwelijk lichaam een andere vet-waterverhouding. De concentratie van het geneesmiddel in het bloed kan daardoor anders zijn dan bij mannen.”

Maar het zou ook kunnen dat er genderverschillen zijn, op het tweede niveau dus. “Misschien zijn vrouwen eerder geneigd te rapporteren over bijwerkingen en zijn mannen resultaatgerichter: ze slikken het middel en dat is het dan. En misschien hangt het ook samen met wat de maatschappij verwacht van mannen en vrouwen. Dat wordt nu onderzocht.”

Stereotiepe patronen

Oertelt grossiert in voorbeelden van sekse- en genderonderscheid. Zo worden mannen met diabetes eerder gediagnosticeerd dan vrouwen. De oorzaak: de meest gebruikelijke - en goedkope - screening is die van de nuchtere bloedsuikermeting. Maar bij vrouwen werkt de glucosetolerantietest - waarbij de patiënt suikerwater moet drinken - veel beter.

Een ander voorbeeld: vrouwen worden in de aanloop naar de diagnose multiple sclerose vooral naar een psycholoog of psychiater verwezen, mannen naar orthopeden of elektrofysiologen. “Het gaat om de interpretatie van dezelfde fysieke symptomen, waarbij gender blijkbaar een rol speelt.”

Mannen zijn ook wel eens de dupe van stereotiepe patronen: osteoporose en anorexia bijvoorbeeld, worden bij hen later gediagnosticeerd. En bij borstkanker is de behandeling vooral op vrouwen toegespitst; het is maar de vraag of de (relatief zeldzame) mannen met borstkanker wel een optimale behandeling krijgen.

Bespreek het

Als het aan Oertelt ligt, gaan vrouwen met klachten over medicatie terug naar hun huisarts om te vragen of het aan hun vrouwzijn kan liggen. “Als steeds meer vrouwen hun huisarts hierop attenderen, wordt de kennis over sekse- en genderverschil verder verspreid. Dat is een effect dat voor iedereen positief zou kunnen zijn!”

Lees het volledige interview in UA 4-2020

UA is uitsluitend voor apotheekmedewerkers en is niet bedoeld voor consumenten