21 augustus 2019

Meer aandacht voor interacties met voeding

Nieuwe functie in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (Tilburg): farmadiëtist

Voeding en voedingssupplementen kunnen effect hebben op de werking en de bijwerkingen van medicijnen. Andersom kunnen bepaalde geneesmiddelen de voedingsstatus van een patiënt beïnvloeden. De nieuwe functie van farmadiëtist in het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis (ETZ) in Tilburg gaat een brug slaan tussen diëtetiek en farmacie.

In UA 4 (2019) benadrukken Rinske Pauw, ziekenhuisapotheker, en Ilona Suurs, diëtist, de risico’s van interacties tussen geneesmiddelen en voeding of voedingssupplementen. Eigenlijk is er nog weinig over bekend. Zowel artsen en apothekers als diëtisten hebben ieder hun eigen deskundigheid, maar op het grensvlak bestaat een kennishiaat. Daar wil het Elisabeth-TweeSteden Ziekenhuis verandering in brengen. Ilona Stuurs bekleedt sinds december 2018 de nieuwe functie van farmadiëtist, een project van een jaar, waarin ze onder meer structureel overlegt met ziekenhuisapothekers en apothekersassistentes.

Interactie

“Tijdens opnamegesprekken in het ziekenhuis zien we dat steeds meer patiënten specifieke ‘diëten’ volgen of voedingssupplementen gebruiken”, vertelt Rinske. “Bijna de helft van de patiënten slikt wel iets, op voorschrift van een arts of op eigen initiatief. Er is echter nog te weinig aandacht voor de vraag of dit alles wel samen kan gaan met de medicatie van de patiënt. Dat baart ons zorgen, aangezien bepaalde voeding en voedingssupplementen een significante invloed kunnen uitoefenen op de werking van belangrijke leverenzymen, de CYP450-enzymen, die onder meer verantwoordelijk zijn voor het omzetten van veel geneesmiddelen.

Zo kan de omzetting van een middel worden geremd of juist gestimuleerd. Het gevolg kan een sterkere (of zelfs toxische) werking zijn en een verhoogde kans op bijwerkingen. Ook kan het juist zijn dat er sprake is van een verminderde werking of dat een middel niet aanslaat. Je kunt je voorstellen dat dit bij bijvoorbeeld immunosuppressiva, antistolling of antibiotica desastreuze gevolgen kan hebben voor de patiënt.”

Eetlust

“Andersom is er tijdens opname vaak ook (te) weinig aandacht voor het feit dat bepaalde geneesmiddelen de eetlust en de smaak van een patiënt aanzienlijk kunnen beïnvloeden. Een patiënt die misselijk is, zal minder goed eten. Vooral bij ouderen kan het risico op ondervoeding toenemen. Daarnaast kan medicatie het gehalte aan micronutriënten in het lichaam veranderen, waardoor het ijzer-, calcium-, magnesium- of vitaminegehalte te hoog of te laag wordt. Al deze vormen van interactie kunnen ook bijdragen aan de noodzaak om een patiënt op te nemen.”

Rinske en Ilona vertellen hoe ze in het ETZ de bewustwording voor voedingspatronen en de mogelijke gevolgen voor medicatie vergroten. Bij opnamegesprekken vragen apothekersassistenten ook actief naar het gebruik van voedingssupplementen, en Ilona heeft een ‘Eten&Medicijnwijzer’ gemaakt met de top twintig van meest voorgeschreven geneesmiddelen binnen het ETZ. Elke patiënt krijgt deze wijzer. Daarin kunnen ze zien welke voedingsmiddelen invloed hebben op een geneesmiddel, met een bijpassend inname-advies.
Ilona’s plan is om voor diëtisten een soortgelijke wijzer te maken per afdeling, met een top twintig van de specifieke medicatie van een afdeling.

Lees verder in UA4-2019

UA is uitsluitend voor apotheekmedewerkers en is niet bedoeld voor consumenten