13 april 2018

Alles over goede zonbescherming

We zetten de zonbeschermingsadviezen nog eens op een rij. Welke huidtypes zijn er en hoe herken je ze? Kun je ook verbranden achter glas? Welke SPF moet je aanraden?

Huidtype bepalen

Vooral bij lichte huidtypen kan er bij veel blootstelling aan zonlicht huidkanker ontstaan. Er zijn zes huidtypen:

  • huidtype 1: zeer lichte huid, vaak sproeten, rood/lichtblond haar, blauwe ogen;
  • huidtype 2: lichte huid, blond haar, grijze, groene of lichtbruine ogen;
  • huidtype 3: licht getinte huid, donkerblond tot bruin haar, vrij donkere ogen;
  • huidtype 4: meestal een getinte huid, donker haar, donkere ogen (mediterraan);
  • huidtype 5: donkere huid, donker tot zwart haar, donkere ogen (bijvoorbeeld aziatisch);
  • huidtype 6: zeer donkere huid, zwart haar, donkere ogen (negroïde).

Hoe bepaal je iemands huidtype?

  • Kijk naar de kleur van de ogen en het haar.
  • Vraag eventueel wat de natuurlijke kleur van het haar is.   
  • Vraag naar de kleur van de huid als de klant nog niet in de zon is geweest.
  • Vraag wat er met de huid gebeurt als deze persoon langdurig zont, maar zich niet of onvoldoende insmeert.
  • Vraag hoe bruin de cliënt wordt ten opzichte van andere mensen.

Glas, water, zand en bergen

Ook achter glas en onder water sta je bloot aan de zon. Een autoruit laat ongeveer 10% van de uv-B-straling en 70% van de uv-A-straling door. Door weerkaatsing van water, muren maar ook van zand, kan zonlicht je ook indirect bereiken. En dan is er sprake van een hogere blootstelling: de straling komt nu immers uit meerdere richtingen. Ook onder water ben je niet geheel afgezonderd van zonnestralen. In helder water bereiken de zonnestralen het lichaam ook.

Hoogte speelt ook een rol bij de intensiteit van de blootstelling. Hoog in de bergen is er minder uv-straling uit het licht gefilterd dan op zeeniveau. Op 2000 meter hoogte is de zonnestraling daardoor 30% krachtiger. 

Welke beschermingsfactor?

Antizonnebrandmiddelen zijn gemaakt om de huid tegen zonnebrand te beschermen. Ze bevatten uv-filters waardoor minder uv-straling de huid bereikt. Dit doen ze door het zonlicht te absorberen of te reflecteren. Let op het woord 'minder'. Zelfs de hoogste beschermende factor laat nog zonnestralen door. Insmeren met zonnebrandcrème moet daarom als een aanvullende maatregel gezien worden. Tussen 11.00 en 15.00 uur uit de zon blijven, is misschien nog wel het allerbelangrijkste advies. Een zonnebrandcrème moet zowel een filter voor uv-A als voor uv-B hebben. Het uv-B-filter beschermt tegen zonverbranding, het uv-A-filter tegen huidveroudering. Beide bieden bescherming tegen huidkanker.

Het is verstandig om de huid te beschermen met een zonnebrandcrème van minimaal factor 15. Voor kinderen, mensen met huidtype I en tijdens vrije tijd en vakantie is factor 30 het beste.

Jouw advies bij zonnebrandmiddelen

  • Kies de juiste factor bij het huidtype.
  • Breng zonnebrandcrème aan een halfuur voordat je naar buiten gaat.
  • Als je zonnebrandcrème smeert voordat de kleding wordt aangetrokken, voorkom je dat de huid op randen van de kleding verbrandt.
  • Dik insmeren! Alsof je een boterham met pindakaas smeert.
  • Ga niet onbeschermd in de volle zon tussen 11 en 15 uur.
  • Kinderen kunnen het beste worden ingesmeerd met factor 50.
  • Breng de crème elke 2 uur opnieuw aan, ongeacht de SPF.
  • Kies een zonnebrandcrème met zowel een uv-A- als een uv-B-filter.
  • Bescherm de ogen met een zonnebril met een uv-filter.
  • DEET vermindert de werkzaamheid van de antizonnebrandcrèmes met 33%, dus adviseer in combinatie met DEET  een hogere zonbeschermingsfactor te kiezen.

 

 


UA is uitsluitend voor apotheekmedewerkers en is niet bedoeld voor consumenten